with Geen reacties

Vorige maand heeft onze minister van Financiën de PSD2 evaluatie naar de Kamer gestuurd. Bij een aantal aandachtspunten wordt de vinger niet op de zere plek gelegd. Gebrek aan API-standaardisatie, gratis toegang tot betaalgegevens en een verbod op surcharching worden als aandachtspunten genoemd. Maar werkelijke oorzaak van deze punten wordt vermeden. Waarom blijven we het maar normaal vinden dat de Nederlandse consument te weinig betaald voor het betalingsverkeer?

Te goedkoop betalingsverkeer

(Bijna) Alle consumenten vinden dat betalingsverkeer gratis moet zijn. Want het is immers “hun geld”. Ook politici en consumentenorganisaties ondersteunen deze gedachte. Betalingsverkeer is een service die goed te vergelijken is met internet of telefonie. Hierbij betalen consumenten gewoon een faire prijs. Politici en consumentenorganisaties vinden dit ook heel gewoon. Waarom is dit bij betalingsverkeer zoveel anders?

De financiële sector heeft jarenlang aan de wens van gratis betalingsverkeer proberen te voldoen. Een deel van de kosten van het betalingsverkeer wordt niet rechtstreeks bij de particuliere klant in rekening gebracht. De kosten zijn vooral richting de zakelijke klant verschoven. Uiteraard had de financiële sector ook meer tegengas mogen en kunnen geven. Met de verandering vanwege PSD 2, worden de scheve verhoudingen alleen maar knellender.

Gebrek aan standaardisatie van API’s

Het is niet meer dan logisch dat banken de verplichte API’s zo goedkoop mogelijk hebben ontwikkeld. Een eigen standaard vergt geen overleg en is makkelijk te integreren in de eigen systemen. Bovendien houdt gebrek aan uniformiteit de concurrentie op afstand. Indertijd hebben het ministerie en DNB zich te gemakkelijk met een kluitje het riet in laten sturen. In de UK hebben ze indertijd deze fout niet gemaakt. Daar hebben ze direct een nationale API standaard afgedwongen.

Gratis toegang tot betaalgegevens

Gratis toegang hoeft niet, moeten we zelfs niet willen. In Europa zijn we nog niet zo lang geleden gestopt met meeste interchange en is de interchange bij kaarten ingeperkt. Banken moeten de kosten bij hun eigen klanten in rekening (durven en kunnen) brengen en niet bij derden. Hierdoor zullen andere partijen eerder investeren in productontwikkeling en ontstaat een natuurlijke marktwerking.

Verbod op ‘surcharching’

Surcharging is nu niet toegestaan en in de toekomst ook niet nodig. Wel moet de consument een reële prijs gaan betalen. Dan hoeft de winkelier niet meer op de draaien voor alle kosten. Voor de winkelier worden de kostenverschillen tussen de betaalproducten op dat moment stukken minder. Bovendien is surcharging nu al niet goed uit te voeren bij producten zoals ApplePay of GooglePay. Winkeliers zien bij ApplePay of Googlepay pas bij de eindafrekening van de acquirer de daadwerkelijke kosten. Pas dan wordt het duidelijk of de klant met een debit, credit of company card heeft betaald. Sowieso zijn deze betaalmogelijkheden de kosten niet transparant en niet alleen voor winkeliers, zie ook een eerdere blog.

Toch hoop

Wel goed te zien dat onze minister de Europese Toezichthoudende Autoriteiten een grotere rol wil geven. En dit terwijl het evaluatierapport lijkt te pleiten voor meer nationaal toezicht. Alsof we hier in Nederland altijd het beste jongetje van de klant zijn. Goed dat de minister ook weet dat dit niet het geval is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *